
Rode draad in de lezingen: De reddende aanwezigheid van God, die voluit leven geeft.
Eerste lezing 2 Koningen 5, 14-17 Genezing van Naäman
Het verhaal over de genezing van de Syriër Naäman vertelt ons het relaas van Gods grenzeloze goedheid.
Naäman, een Syriër is melaats. Wanneer niets helpt tegen zijn ziekte, gaat hij in op het voorstel van een meid bij hem thuis om naar de profeet Elisa te gaan in Israël. Wanneer Naäman doet wat Elisa zegt, geneest hij.
Elisa wil daarbij het liefst op de achtergrond blijven.
Tweede lezing 2 Timoteüs 2, 8-13 Betrouwbaar
In de tweede brief aan Timoteüs legt de schrijver ervan de volgende woorden in de mond van Paulus: ‘Als we met Hem (Jezus) gestorven zijn, zullen we met Hem leven.’
Evangelie Lucas 17, 11-19 Genezing van tien melaatsen
Lucas heeft het over Jezus die tien melaatsen genas, mensen die als het ware levend dood waren. Eén van die genezen melaatsen, een Samaritaan (een niet-jood), keerde terug om Jezus daarvoor te danken en God te eren.
Hij wordt volgeling van Jezus.
Tien zijn er genezen,
één teruggekeerd
om God te danken.
Eén die meer ziet
dan zijn niet meer geschonden huid,
en weet dat echte genezing
onderhuids begint
in de bekering van het hart.
Eén die verder ziet
en oog krijgt voor de Bron,
voor Hem die kracht is,
die mensen doet beter worden.
Eén die op zijn stappen is teruggekeerd
en een begin maakt
van een nieuwe manier van leven
en kiest voor een leven
in verbondenheid
met de grote Genezer.
Eén die dankt
en niet meer normaal vindt
al het goede dat gebeurt.
Eén die dankt
om het wonder dat hij ziet
als mensen goed zijn voor elkaar.
Carlos Desoete