
Rode draad in de lezingen: Hoewel het doopsel in een paar lezingen voorkomt, toch is het de stem van God die in de meeste lezingen te horen is. Die stem spreekt doorheen de natuur, door wat mensen aanvoelen en ook door wat ze zeggen.
Eerste lezing Jesaja 42, 1-4, 6-7 Dit is mijn dienaar
De stem van God richt zich tot de profeet Jesaja om te zeggen wie Hij uitverkiest.
Tweede lezing Handelingen 10, 34-38 Petrus spreekt over Jezus
Petrus spreekt de honderdman en zijn familie en vrienden in Caesarea toe en zegt dat Jezus door God werd gezonden met de blijde boodschap van vrede.
Evangelie Matteüs 3, 13-17 Johannes doopt Jezus
Een stem uit de hemel zegt dat Jezus ‘zijn liefste Zoon is’
Jezus werd gedoopt in de Jordaan.
Op de scheiding tussen woestijn en een nieuw beloofd land,
kreeg Hij zicht op zijn leven.
Geworteld in de geschiedenis van zijn volk zag Hij de hemel open.
Op de grens van dood en leven wist Hij zich Gods lieve Zoon.
De scheppende Geest van de oorsprong
van hemel en aarde
maakte een nieuw begin.
Ondergedompeld in de Jordaan
en in het leven van Israël,
begint Hij zijn werk
voor Gods Rijk op deze aarde.
Hij wist dat God daarbij
helemaal aan zijn kant stond
in goede en kwade dagen.
Gedoopt met water,
ondergedompeld in het leven
en in deze wereld,
bekennen we ons tot zijn levensstijl.
Verbonden met allen
in heden en verleden,
weten we ons verplicht
om te doen zoals Hij,
om te werken aan recht en gerechtigheid,
om ons in te zetten voor vrede en liefde.
We zijn gedoopt om Gods zoon of dochter te worden:
Gods lieve mens, vol van zijn Geest;
gezonden om leven waar te maken;
om te bouwen aan een wereld als een land van belofte,
een land van melk en honing voor iedereen.
Wim Holtermans osfs



