(Ver)blind zijn
Weerloos, zonder uitzicht of toekomst,
zit hij langs de weg.
Hij is het spoor bijster.
Niemand die hem weer op weg helpt.
Zijn uitgestoken hand vangt
het allernoodzakelijkste om van te kunnen leven.
In zijn diepste nood boort hij nieuwe bronnen aan.
Jezus van Nazareth: zijn laatste hoop.
Zijn sterke vertrouwen geeft hem zicht.
Hij zit niet langer naast de weg;
hij gaat een nieuwe weg volgen:
de weg van onverwoestbaar leven.
Bartimeüs: hij is een mens als wij.
Ook voor ons is er soms geen uitkomst.
We zien vaak alles donker in.
Het haalt toch allemaal niets uit!
Onze uitgestoken hand wordt niet gezien.
En toch: ook op onze weg kunnen we
mensen ontmoeten, die vragen:
“Wat kan ik voor je doen?”
Mensen, die zijn zoals Jezus.
Mensen, die ons een nieuwe richting wijzen.
Maar nodig is daarvoor,
dat we eerst bij onszelf thuiskomen,
dat we een gelovig vertrouwen ontwikkelen
in God en in zijn mensen.
Het moet mogelijk zijn.
Want Bartimeüs was een zoon van mensen!
Wij toch ook?
Wim Holterman osf
Eerste lezing Jer., 31, 7-9 Iedereen komt terug.
God leidt alle mensen naar geluk, welke handicap ze ook hebben.
Ook in de somberste uren van Israëls geschiedenis heeft Jeremia nooit opgehouden te geloven in de redding van een kleine groep.
Hij ziet deze groep terugkeren van een nieuwe uittocht uit het land van ballingschap.
Alleen Gods vaderhand zal in staat zijn een groep zwakke en uitgeputte mensen zover te brengen.
Tweede lezing Hebr., 5, 1-6 Vertegenwoordiger van de mensen bij God.
Jezus wordt priester genoemd omdat Hij de mensen bij God vertegenwoordigt.
De schrijver van deze brief, toonde reeds aan dat Jezus de engelen en Mozes ver overtrof.
In deze lezing ziet hij Hem ook torenhoog verheven boven de priesters van het Oude Verbond.
Want hij heeft alle vereisten van deze priester in zich vervuld: Hij was mens met de mensen en zo kon Hij met hen meeleven.
Hij was bovendien niet door de mensen aangesteld maar door God zelf.
Evangelie Mc. 10, 46-52
In het evangelie is blind zijn meer dan niet kunnen zien, het is meer dan een lichamelijke handicap.
Het kan ook betekenen: met gezonde ogen ‘blind’ zijn: niet willen of niet kunnen ‘zien’.
Men kan er ook mee zeggen dat iemand geen uitweg meer ziet, of geen inzicht heeft.
De blinde Bartimeüs ‘ziet’ in Jezus de ‘zoon van David’.