
Rode draad in de lezingen Het hart van de wet: liefde voor de medemens.
Op het ‘doen’ komt het aan, zeggen de Schriftlezingen van deze zondag.
Eerste lezing Deuteronomium 30, 10-14 Het woord is dicht bij u
De woorden van de Thora moeten in praktijk worden gebracht,
aldus Mozes in de eerste lezing.
Mozes zegt dat God de wet gelegd heeft in het hart van de mens … Een doordenker!
Tweede lezing Kolossenzen 1, 15-20 Hymne voor Christus.
Deze tekst is een lied dat de eerste christenen zongen en dat Paulus verwerkte in een brief aan de christenen van Kolosse.
Evangelie Lucas 10, 25-37 De barmhartige Samaritaan
Deze parabel van Jezus gaat over een jood die overvallen wordt en niet door andere joden geholpen wordt, maar door een Samaritaan. Iemand waar joden toen geen contact mee wilden hebben!
Jezus maakt duidelijk dat men er al doende wel achter komt,
wat echte naastenliefde betekent.
Het strakke letterlijk volgen van wetten, los van een liefdevolle verbondenheid, ligt niet in de lijn van denken van Jezus..
Wie is mijn naaste, God?
Het klinkt als een uitvlucht om niet lief te hebben
en als een verontschuldiging
omdat ik mensen
laat sterven in eenzaamheid en verdriet.
Want de eigenlijke vraag is niet
wie mijn naaste is,
maar wel
of ik de naaste wil zijn van mijn medemensen.
Geef mij daarom de durf
mijn handen uit de mouwen te steken
en gekwetste en lijdende mensen nabij te zijn
en te blijven,
voor altijd.