
Rode draad in de lezingen: Allerlei bedenkingen bij ‘feesten’.
Eerste lezing Wijsheid van Jezus Sirach 3, 17-18.20.28-29 Genade bij God
De wijze Jezus Sirach roept op om bescheiden te zijn.
In onze eerste lezing is een wijze man aan het woord.
Hij roept op tot bescheidenheid.
Niet te verstaan als ‘maak je kleiner dan je bent’ maar: ‘Ken je grenzen.
Schat je relatie tot anderen juist in.
Besef de implicaties van je gedrag.
Weet waar het in het leven op aankomt.’
Tweede lezing Hebreeën 12, 18-19.22-24a Feestelijk bijeenkomen
De schrijver van de brief aan de Hebreeën vergelijkt de relatie tot God in het Oude Testament met die in het Nieuwe Testament: de overweldigende vrees voor God heeft plaatsgemaakt voor een feestelijk bijeenkomen. Hoe dit er kan uitzien, vernemen we in het evangelie.
Evangelie Lucas 14, 1.7-14 Gelijkenissen bij een maaltijd.
Ook in het evangelie spoort Jezus zijn leerlingen aan tot bescheidenheid.
Jezus zegt dat bij ‘feesten’ enige bescheidenheid past. Hij suggereert ook: ‘Nodig iedereen uit die je niet kunt terug uitnodigen.’
Het evangelie zet onze wereld op z’n kop.
Wij, die zo graag eersten willen zijn,
worden daar laatsten.
Armen en gebrekkigen
komen op de eerste plaats.
Zo doet God ook.
Hij staat aan de kant van de slaven
en onderdrukten in Egypte.
Hij ziet naar de ballingen
en gaat met hen mee
op zoek naar het oude land.
Hij is als een Samaritaan,
die zich buigt over wie
gekwetst en gewond is.
Wij worden geroepen
om door de bril van de kleinen
naar onze wereld te zien.
Wat klein is en onaanzienlijk,
dat mag voorop staan.
Mensen die niet gezien worden,
mogen opvallen.
Zij verdienen onze eerste zorg.
Onze wereld omgekeerd:
dat is een evangelisch ideaal.
Mensen mogen zich buigen
naar elkaar en naar God.
Zo kan iedereen
tot zijn recht komen
en plaatsnemen
aan Gods bruiloftsmaal.
Wim Holterman osfs