
Rode draad in de lezingen Jezus maakt zich openbaar en laat zich zien aan vertegenwoordigers van de hele wereld.
Eerste lezing Jesaja 60, 1-6 Het licht van Jeruzalem
Matteüs inspireerde zich aan deze tekst van Jesaja bij de keuze van de geschenken van de wijzen. Later vonden kunstenaars er inspiratie in bij de keuze van hun vervoermiddel.
Tweede lezing Efeziërs 3, 2-3.5-6 Mede-erfgenamen
Voor de schrijver van de brief aan de christenen van Efeze is het duidelijk: Jezus is er voor iedereen!
Evangelie Matteüs 2, 1-12 Het bezoek van de wijzen
Wijzen in het oosten zagen een ster en volgden die om de pasgeboren koning te eren. Niet koning Herodes, die vlakbij woonde, bezocht die nieuwe koning, maar wijzen uit gebieden waar Israël vroeger zwaar onder te lijden had.
Drie wijzen gaan richting Jeruzalem.
Waar anders dan daar
kunnen ze hun licht opsteken
over de pasgeboren koning.
Maar ze vangen bot.
Ze vinden er angst en ongeloof.
In Jeruzalem is het licht gedoofd.
Ze moeten verder gaan;
in Bethlehem vinden ze
wat ze hartstochtelijk zochten:
een Kind, nieuwe Toekomst.
Dat Kind wijst hun nieuwe,
andere wegen.
De wijzen zijn voor ons
een uitnodiging om op te staan
en om te gaan zoeken
naar Licht in ons leven.
Vooraf kunnen zij ons al zeggen
dat ingeblikt geloven duisternis is.
Oude zekerheden vasthouden
en angstvallig bewaken
snijdt de toekomst af.
Op weg gaan met de wijzen
betekent nieuwe ongekende wegen gaan.
Het is het oude vertrouwde achterlaten
en weer gaan zien met de ogen van een kind.
Of anders gezegd: mensen en wereld bezien
door de ogen van het Kind van Bethlehem.
Dan brengen we eer aan God in de hoge
en dragen we zorg voor vrede op aarde
voor alle mensen van goede wil.
Wim Holterman osfs



